Australië wordt ook wel het land zonder cultuur genoemd, maar hier leven misschien nog wel een van de opvallendste culturen binnen een westerse wereld. Nabij het grote rode gesteente Uluru ligt een traditioneel Aboriginal dorp verscholen, maar dat onder grote druk staat van de Australische regering en maatschappij.
Middenin in de outback puilt een groot rood gesteente uit het oppervlak dat jaarlijks door een half miljoen mensen wordt bezocht. Uluru is een grote toeristische trekpleister en naast de opvallende vorm en het indrukwekkende formaat is dat vooral te danken aan de culturele band met de lokale Anangu Aboriginals.
Heilig Uluru
Voor de lokale Anangu Aboriginals is Uluru een religieuze thuishaven. Ze huisveste zich in de uitgesleten rots overkappingen en jaagden in de omgeving op wilde kangaroos. De rots zelf is verbonden met hun mythologie Droomtijd.
Hoewel veel van de Droomtijd mythologie het geheim van de lokale stam blijft, is er in de loop der jaren ook veel duidelijk geworden over de betekenis van Uluru. Elk stukje rots staat ergens voor. Scheuren symboliseren bijvoorbeeld een strijd tussen twee mythologische wezens en gaten in de rots staan symbool voor de holen van de mythologische mol.
De heilige status van Uluru is niet voor iedereen even belangrijk. Toeristen maken zich wel vaker schuldig aan respectloze uitingen richting religieuze of lokale gebruiken, maar hier draagt notabene de Australische regering zelf ook een stempeldrukkend handje mee. Vanwege de toeristische interesse wordt het gebied al flink uitgebuit met prijzige overnachtingsplekken, toegangsprijzen tot het park en brandstofprijzen. Daar bovenop is het toegestaan om Uluru te beklimmen, iets waar toeristen veel geld voor betalen. Voor de Aboriginals is dit echter vanwege de heilige status een doorn in het oog.
Als toerist doe je er dan ook goed aan om respect naar deze oorspronkelijke Australische bewoners te tonen door de klim niet te maken.
Uluru tijdens zonsondergang
Laaggeschoolde probleem Aboriginals
De Australiërs hebben weinig goede woorden over voor hun oorspronkelijke medebewoners. Doorgaans worden ze omschreven als zuiplappen die te lui zijn om te werken. Het is een harde constatering, maar ze hebben wel een punt. De werkloosheid onder de Aboriginals is groter dan onder andere bevolkingsgroepen, de gevangenissen huisvesten voor de helft gedetineerden met Aboriginal roots en ook hun levensverwachting ligt vanwege slechte gezondheid en verslavingen bijna 20 jaar lager dan die van de gemiddelde Australiër.
Dat is niet niks en de feiten liegen er niet om. Maar is dat hun eigen schuld of is er een reden waarom specifiek deze groep laagopgeleid is en voor veel problemen zorgt?
Ontdekking
Om te beginnen zijn de Anangu Aboriginals waarvan het leven zich rondom Uluru afspeelt relatief laat ontdekt. Waar vooroplopende Europese migranten zich vestigde in Australië, liep deze stam nog rond in een lapje stof gemaakt van spinifex om in de omgeving op wilde kangaroos te jagen. Deze stam bevond zich immers in de afgelegen outback van Australië, dat pas tegen het eind van de 19e eeuw meer mensen en bewoners trok door de aanleg van de telegraaflijn.
Ongelijkheid
Het ontwikkelingsniveau tussen de lokale Aboriginals en hun nieuwe westerse bewoners was gigantisch en daarmee begonnen ze al met een flinke achterstand. De regering wilde hen ontwikkelen naar westerse gebruiken, maar bereikte dankzij hun aanpak vooral het tegenovergestelde.
Vrijheden van de Aboriginals werden afgenomen, land werd afgepakt en ze mochten alleen werk uitvoeren dat hen werd toegewezen. Deze aanpak leverde vooral ongelijkheid en boze stammen op vanwege het beperken en discrimineren van hun cultuur. Om het nog erger te maken haalde de regering kinderen weg bij gemengde gezinnen om deze nieuwe generatie volgens westerse gebruiken elders op te voeden. Deze kinderen worden ook wel de Stolen Generation genoemd en veel van deze inmiddels volwassen kinderen hebben geen idee waar hun wortels liggen en wie hun ouders zijn.
De huidige Anangu Aboriginals bij Uluru
Het gaat beter, maar daar is ook alles mee gezegd. De ontwikkelingen gaan langzaam en er is helaas nog steeds sprake van ongelijkheid.
In 1985 is de rode rots Uluru weer aan de rechtmatige Aboriginal eigenaars teruggegeven. De Australische regering heeft het echter vrijwel direct weer terug geleaset voor 99 jaar om het bijzondere gebied te gebruiken voor het aantrekken van toeristen. Dat is gelukt en er wordt flink geld verdiend door het uitbuiten van overnachtingsplekken, toegangsprijzen, brandstofprijzen en activiteiten.
De regering verdiend goudgeld aan deze bijzondere cultuur die ze verder maar een beetje laten zitten, vooral wat de outback betreft. In het traditionele Aboriginal dorp Mutitjulu zijn weliswaar voorzieningen zoals een supermarkt, gezondheidszorg en onderwijs, maar de kwaliteit laat ten wensen over vergeleken met de voorzieningen elders in het land. Huidige generaties worden dan wel geschoold, maar houden een achterstand op de rest. Datzelfde geldt voor de Aboriginals elders in de outback die niet meer op traditionele wijze leven, maar wel ontwikkeling missen. Door ongelijkheid, werkloosheid en alcoholverslavingen raken zij dieper in de put met een uitzichtloze situatie tot gevolg.
Meedelen in de inkomsten van Uluru gebeurt maar mondjesmaat. Maar liefst 75% van alle inkomsten steekt de regering in eigen zak. Je zou zeggen dat gidsen voor een rondleiding, parkwachters en winkelpersoneel voor het verkopen van Aboriginal kunst en souvenirs een uitgelezen job is voor de Anangu Aboriginals. Hoe authentiek en cultureel wil je het hebben, maar zelfs dat is te veel gevraagd. Er lopen vooral blanke westerlingen rond en de paar Aboriginals die er wel rondlopen komen uit andere Australische streken en hebben de westerse ontwikkeling wel meegekregen. Het excuus dat wordt gebruikt is dat de Anangu Aboriginals niet goed genoeg Engels spreken en door culturele gebruiken niet goed met andere mensen kunnen omgaan en daarmee is de kous af.
Alleen ‘moderne’ aboriginals werken in en rondom Uluru. Niets ten nadelen van hen, ze willen immers eveneens hun cultuur graag in leven houden.
Investeren in de Aboriginal cultuur
Er zit schot in de zaak, want langzaam maar zeker begint ook de regering te beseffen dat investeren nodig is om de mensen bij te staan bij hun ontwikkeling en plekje in de maatschappij. Naast een gelijke behandeling voor elke Australische inwoner zou investeren ook een groot goed zijn om deze bijzondere en bijna enige cultuur in Australië te behouden.
Om dat te bewerkstelligen zijn er zowel vanuit de regering als vanuit de maatschappij initiatieven om te investeren en meer aandacht te vragen voor deze cultuur. Zo kreeg de Aboriginal cultuur o.a. veel aandacht tijdens de opening bij de Olympische Spelen van Sydney in 2000, kwam er na jaren politiek zwijgen in 2008 dan eindelijk een nationaal excuus richting de Stolen Generation en wordt er extra geld geïnvesteerd in het verbeteren van de gezondheid en de ontwikkeling van Aboriginals.
Het is begin is er, maar de cultuur kan nog wel een steuntje in de rug gebruiken.