Ver van ons koude kikkerlandje ligt in het Caribisch gebied het Nederland in de tropen. Een terechte opmerking voor een eiland dat is voorzien van een Albert Heijn, perfect Nederlandssprekende locals en uitgaansgelegenheden waar Nederlandse DJ’s uit de speakers knallen. Zo vernederlandst blijft er maar weinig authentiek Curaçao over. Althans, zo lijkt het.
Maar wie met de auto letterlijk naar de andere kant van het eiland vertrekt zal toch iets anders opmerken. Ver weg van alle luxe resorts, betaalde zandstranden en toeristische souvenirwinkels ligt het dorp Westpunt. Hier ligt nog een authentiek stukje Curaçao verscholen dat in 1860 is gesticht door pas vrijgemaakte slaven. Via de Weg naar Westpunt (de hoofdweg) rijd je langs en naar misschien wel het mooiste stukje van het eiland.
De wilde kant van Curaçao
Het eiland Curaçao kent ook een wilde kant, en dan heb ik het niet over de vele uitgaansgelegenheden waar tot in de late uurtjes volop wordt gedanst. Het dorp Westpunt is gelegen in Bandabou in het westen van Curaçao. De omgeving van dit gebied staat bekend om haar natuurlijke schoonheid en laat daarmee een hele andere kant van het eiland zien. Zo liggen rond Westpunt onder andere de nationale parken Hofi Pastor Park, Shete Boka Park en het Christoffelpark. Hier vind je woeste kustlijnen, een eeuwenoude reusachtige kapokboom, kanonschoten van water, de zeldzame witstaarthert, wegen die krioelen van de kleine reptielen en het hoogste punt van het eiland op de Christoffelberg. Het is de wilde kant van Curaçao die veel toeristen niet kennen.
Zonde. Westpunt is prima bereikbaar met de auto en is slechts een uur reistijd verwijderd van de andere kant van het eiland. Voor de nationale parken betaal je een paar Antilliaanse gulden entreegeld waarnaar je het park (deels) per auto of te voet kan verkennen. ‘Binnen’ wacht een rijke variatie aan flora en fauna, een woeste kustlijn met spectaculaire kanonschoten van water en een beklimming naar de top van Curaçao op je. Absoluut de moeite waard voor wie het toeristische deel van Curaçao even achter zich wil laten om te genieten van de natuur.
De stranden van Westpunt
Niet alleen de wilde kant van Curaçao staat bekend om haar natuurlijke schoonheid. Ook de stranden in de omgeving van Westpunt vallen binnen deze categorie. In de eerste plaats omdat ze niet commercieel zijn opgezet voor toeristen waardoor het er over het algemeen heerlijk rustig vertoeven is. De oceaan is hier misschien zelfs wel feller azuurblauw dan de betaalde stranden aan de andere kant van het eiland, terwijl hier datzelfde water even verderop met volle kracht tegen de rotsformaties op de kade slaat. Het levert aan de ene kant een spectaculair beeld van kanonschoten van water op en aan de andere kant een heerlijk rustig lokaal zandstrand. Niet voor niets behoren de stranden van Westpunt tot de mooiste van heel Curaçao. De meeste daarvan zijn zelf gratis te bezoeken.
Het populairste strand onder de lokale bevolking is Grote Knip. Op zondag komen zij hier regelmatig een frisse duik nemen waarnaar ‘s avonds de barbecue tevoorschijn wordt gehaald om samen te eten met familie en vrienden. Inmiddels is Grote Knip ook bij toeristen in opkomst, maar wie echt een rustige lokale plek zoekt kan nog prima uitwijken naar één van de andere stranden in de omgeving. Bijvoorbeeld Kleine Knip dat inderdaad als kleine variant van Grote Knip dient, Playa Kalki, Playa Jeremi en Westpunt Beach waar lokale vissers hun kleine bootjes regelmatig even aanleggen. Ga je op een doordeweekse dag, dan kan het zomaar zijn dat je het strand helemaal voor jezelf hebt.
Curaçaose cultuur
Om de natuurschoon van het eiland even af te wisselen met iets anders is het goed mogelijk om in Westpunt wat van de Curaçaose cultuur te leren kennen. Zo is het dorp en de omgeving nog relatief rustig onder toeristen waardoor het geen probleem is om je hier even onder te dompelen in het Antilliaanse dagelijks leven. Geen boodschappen in de grote supermarkt, maar bij kraampjes langs de weg. Geen waterscooters voor plezier, maar houten vissersboten aan het werk op zee. Geen opdringerige verkooplui, maar gewone vriendelijke locals. Geen betaalde stranden met bedje en parasol, maar rustige mooie zandstranden. Geen internationale restaurants, maar kleinschalige tentjes met lokale gerechten. Waaronder de delicatesse leguaan bij restaurant Jaanchies waar de eigenaar himself als wandelende menukaart je adviseert over de gerechten.
Voor meer cultuur duik je in de belangrijke slavengeschiedenis van het eiland. Curaçao kwam in 1634 in handen van de Nederlanders na een inval van de West-Indische Compagnie op de Spanjaarden. Na een periode van barre omstandigheden bloeide het eiland op vanwege de gunstige ligging in het Caribisch gebied. In 1665 kwam de slavenhandel op gang. Ze werden aangevoerd uit West-Afrika en na een periode van aansterken verkocht aan handelaren die ze verscheepte naar Zuid- en Midden-Amerika. Dankzij concurrerende prijzen ten opzichte van de Engelsen, Fransen en Portugezen groeide de slavenhandel uit tot de belangrijkste in de regio. In 1795 kwamen de slaven echter in opstand en streden voor vrijheid en gelijkheid. Dit gebeurde onder leiding van Tula die werkte op de plantage Kenepa, tegenwoordig ook wel bekend als Landhuis Knip. Door verraad vond hij hier ook zijn gruwelijke dood, maar zijn opstand bracht wel degelijk wat teweeg. Zo werd een maximale werktijd per dag ingevoerd, kregen de slaven op zondag vrij en werd een minimale hoeveelheid aan kleding en voedsel verstrekt. Dat ging tientallen jaren zo door tot uiteindelijk in 1863 de slavernij definitief werd afgeschaft.
Tula werd één van de belangrijkste vrijheidsstrijders van de Nederlandse Antillen en is in 2010 uitgeroepen tot nationale held van Curaçao. Op de plantage Kenepa (of ook wel Landhuis Knip genoemd) ligt het belangrijkste stukje geschiedenis van het eiland. In het landhuis is nu een museum gevestigd over de slavernijperiode met een bijzondere rol voor Tula.
Authentiek Curaçao, bestaat dat nog? Absoluut!
Westpunt Curaçao
De meeste toeristen verblijven in het zuidoosten rondom Willemstad en Jan Thiel, maar binnen een uur sta je aan de andere kant van het eiland in Westpunt. Als je dan toch op Curacao bent kun je maar beter het hele eiland verkennen voor een afwisselende vakantie. Van toffe strandfeestjes en de kleurrijke hoofdstad tot de boeiende Curaçaose cultuur en het natuurschone Westpunt.
Hoe kom je er en vervoer op het eiland
Vanaf Amsterdam Schiphol vliegen KLM en TUI vrijwel dagelijks rechtstreeks naar Curaçao of eventueel met een tussenstop op Bonaire. De vliegtijd bedraagt ongeveer 9 uur en tickets zijn goed verkrijgbaar vanaf €600 retour. Het eiland kun je het best met een eigen auto verkennen gezien de beperkte opties in openbaar vervoer. Een auto huren op Curaçao kan bij verschillende verhuurbedrijven en het vroeg boeken via internet levert vaak een prijsvoordeel op.
Handig om te weten
De hoofdwegen op het eiland zijn goed berijdbaar, maar daarbuiten zijn niet alle wegen van even goede kwaliteit. Door de tropische temperaturen heeft het wegdek regelmatig te maken met scheuren in het asfalt, ook de belijning is daardoor soms wat vervaagd. Verder zijn veel verkeersregels hetzelfde of vergelijkbaar met die van Nederland. Let wel op bij tankstations, op Curaçao moet je eerst betalen voordat je kunt tanken.
Dit artikel bevat een gesponsorde link. Dit doet niets af aan de inhoud van dit artikel dat is geschreven op basis van mijn eigen mening en ervaring.