Even voorstellen: wie zijn jullie?
Hoi, wij zijn Karin-Marijke Vis en Coen Wubbels, vijftigers die beiden op hun zeventiende Twente inruilden voor het noorden (KM) en het zuiden (Coen). Ruim vijftien jaar later ontmoetten we elkaar, per toeval toch in Twente. Sinds 2003 reizend we in een oude Land Cruiser. Ons eerste, vage, plan was om naar het oosten van het continent te rijden. Dat idee resulteerde in een 3,5 jaar durende reis via Iran, Pakistan, India, Bhutan en Bangladesh naar Zuidoost-Azië. Daar verscheepten we de auto in een container naar Buenos Aires en vlogen naar Argentinië. Ons tweede, eveneens vage, plan was om in een jaar of vier naar Alaska te rijden, maar Zuid-Amerika beviel zo goed dat we er negen jaar rondzwierven. In 2016 verscheepten we de Land Cruiser naar Zuid-Korea, namen alle tijd voor dit prachtige land evenals Japan. Een veerboot bracht ons naar Vladivostok, we reden door Siberië in de winter, naar Mongolië en zitten intussen in Centraal Azië.
Foto credit ©Coen Wubbels
Jullie reizen in een oude Land Cruiser. Kunnen jullie meer vertellen over deze auto en waarom jullie hiervoor hebben gekozen?
Een diesel Land Cruiser BJ45, uit 1984 met de fameuze 3B motor. Gevonden op internet en gekocht in Duitsland voor €5700. Toentertijd zei men op het Lonely Planet Thorn Tree forum (social media bestond nog niet) dat een Land Cruiser het meest betrouwbare voertuig was voor een lange reis en het best te repareren, met name de volledig mechanische versie van voor 1987. In vier maanden reisklaar gemaakt en ermee vertrokken. De vorige eigenaar had ermee gereisd en de Land Cruiser kwam met allerlei extra’s waaraan we zelf nooit aan gedacht zouden hebben, zoals een dakrek, isolatie, uitklapraampjes. We hoefden alleen wat houten banken in te plaatsen en konden ‘m gebruiken om in te kamperen. Bijzonder: verhoging van het dak met 20 cm, door vorige eigenaar gedaan. Dat geeft een stuk extra comfort om in de auto te leven.
Foto credit ©Coen Wubbels
Mogen we even binnenkijken?
Zijkant en dak waren al geïsoleerd, houten laadvloer zat erin, de klapraampjes ook. Dat laatste is erg fijn om open te kunnen zetten bij regen zonder dat het naar binnen regent. Op alle ramen kan muskietengaas evenals blindering. Zowel boven de voorruit als boven de achterdeurtjes zit een klein opbergvak voor licht spul. Aan beide zijdes hebben we banken gebouwd, voor opslag en om op te zitten. We hebben ook planken voor het middenstuk om van het geheel een bed te maken (we hebben ook een daktent, afhankelijk van het weer en waar we staan slapen we in de auto of in de daktent). Een van die losse planken kan tevens als tafeltje worden opgezet. In eerste instantie waren de banken alleen van boven toegankelijk, dat hebben we later deels veranderd in een lade systeem. We hebben een Coleman benzinebrander. We koken voornamelijk buiten – de brander hangt dan aan de achterdeur, maar binnen kan ook (ramen open ivm dampen) door de brander op een bank te zetten. We vertrokken in 2003 met jerrycans voor water, 2x20l en een 10l water/douchezak om buiten op te hangen. Na ruim 10 jaar reizen hebben we dat vervangen door een zelfgemaakte watertank onder de carrosserie. In de auto zit een waterfilter systeem, een kleine gootsteen en een kraan die tevens als douche fungeert (door het raam naar buiten te trekken).
Verder: kleine compressor koelkast, Engel 21 liter, achter de passagiersstoel en een Planar standkachel – de Russische variant van de bekendere Webasto heater.
Foto credit ©Coen Wubbels
Foto credit ©Coen Wubbels
Foto credit ©Coen Wubbels
Jullie reizen zo al 18 jaar de wereld rond. Hoe is dat gekomen, hoe is het om zo lang te reizen en hoe verdienen jullie je geld onderweg?
Het vertrek kwam voort uit een behoefte aan een drastische verandering in onze levens die vast zaten in de rat race. We hadden geen plan om altijd te reizen maar om een jaar of 2 of 3 op pad te gaan. We verkochten alles wat we hadden om zo low-budget een reis te kunnen maken. Na 3 jaar beviel het nomadisch leven zo goed dat we niet terug wilden naar het huisje-boompje-beestje leven. Maar hoe konden we blijven reizen? Het geld raakte op. Het lukte om als schrijver/fotograaf freelance duo aan de slag te gaan en tijdschriften, met name in Nederland en Amerika, publiceren ons werk. Intussen hebben we onze eerste twee boeken gepubliceerd: ‘Van het pad af (over onze eerste 3,5 jaar naar Zuidoost-Azië)’ en ‘Omwegen’ (over de eerste 3,5 jaar in Zuid-Amerika). Het is fantastisch om zo ons werk en levensstijl te kunnen combineren. Hoewel er internet en digitaal bankieren bestond toen we vertrokken, heeft de groei van de digitale wereld een (modern en digitaal) nomadisch bestaan veel toegankelijker en makkelijker gemaakt.
Het is een vrij leven, waarbij we elke dag beslissen hoe we onze dag willen invullen zonder dat we afhankelijk zijn van agenda’s, al dan niet van anderen (natuurlijk soms wel; deadlines voor werk en visums die aflopen). Om zo vrij te leven kan natuurlijk ook op andere manieren (b.v. de off-grid lifestyle), maar reizen is een manier die bij ons past. Om zo een stuk van de wereld te kunnen zien, andere culturen te ervaren en zoveel mooie mensen te ontmoeten, vinden we een enorme rijkdom.
Foto credit ©Coen Wubbels
Hoe ziet jullie leven onderweg eruit?
De ochtenden zijn min of meer hetzelfde. Rustig ontbijt, koffie en lezen tot 9 of 10 uur. Ons rust moment van de dag en het enige ritme dat we hebben. De rest van ons leven heeft geen gemiddelde en we laten veel ruimte om open te staan voor wat op ons pad komt. We hebben dagen dat we achter de laptop werken, het liefst zonder internet en ergens kamperend, en vervolgens naar een plek met internetbereik voor het versturen/ontvangen van verhalen/mails, etc. Er zijn dagen om afstanden af te leggen, hoewel ons gemiddelde qua kilometers over al die jaren 50 km/dag is – erg weinig dus. Maar Siberië en Centraal Azië zijn immens en daar ontkom je niet aan lange rijdagen.
We houden van zoveel verschillende dingen en ons leven is afwisselend. We rijden graag diep de binnenlanden in, maar houden ook van musea en oude stenen (archeologie/ruïnes) en kunst waarvoor we vaak een stad ingaan. Wild kamperen is fantastisch maar we logeren ook graag bij (lokale) mensen en nemen enthousiast uitnodigingen aan. We houden van stilte en alleen zijn, maar spenderen ook graag tijd met (lokale) mensen, bij hun thuis of samen wat ondernemend. Soms zijn we langere tijd op een plek, zoals ooit eens 4 maanden op een estancia in Argentinië of afgelopen najaar 6 weken aan een stuwmeer in Kirgizië.
Foto credit ©Coen Wubbels
Op Instagram wordt vaak een geromantiseerd beeld van vanlife gedeeld. Zijn er ook minder leuke kanten aan en wat zijn die dan ?
Een opmerking: er is kritiek op romantisering, maar zodra je ergens op afgeeft, krijg je ook vaak kritiek want ‘je leidt toch het leven dat je wilt’ – alsof dat altijd leuk en gezellig moet zijn.
Tja, wij vinden ons leven gewoon heel erg fijn. Mijn (KM) levensmotto is toch wel de 80-20 regel. Als ik 80% van de tijd tevreden ben met wat ik doe en waar ik ben, dan is die 20% dat dingen minder leuk zijn/tegenzitten een prima tegenwicht.
Foto credit ©Coen Wubbels
Wat is het meest bijzondere wat jullie onderweg hebben meegemaakt?
Geen enkele ervaring komt in de buurt van wat ons in Iran is overkomen. Dit is een ingekorte versie van het verhaal uit ons boek ‘Van het pad af’.
Een reddende engel
In een internetcafé lees ik tot mijn schrik dat mijn vader een hartinfarct heeft gehad. Hij is intussen buiten levensgevaar maar ik wil toch naar huis. Maar hebben we daarvoor genoeg geld? In Iran kun je geen creditcard gebruiken noch de pinautomaat. Je moet bij binnenkomst genoeg Amerikaanse dollars, Iraans geld en/of reischeques bij je hebben. Bij een reisbureau boeken ze een vlucht voor de volgende avond en accepteren reischeques. Al ons contante geld en de waarde van de cheques zijn precies genoeg voor de vlucht. We bellen mijn ouders met het goede nieuws dat we komen.
Nadat we een dag later de auto bij de douane hebben gestald, stappen we om vier uur bij het reisbureau binnen om onze tickets op te halen. Zo behulpzaam als de medewerkster een dag eerder was, zo terughoudend is ze nu. Zonder te zeggen waarom, wil (kan?) ze geen tickets meer verkopen en stuurt ons naar het hoofdkantoor van Iran Air. Wat is hier aan de hand? We zullen het nooit weten. Bij Iran Air wil niemand helpen of ons zelfs te woord staan. Uiteindelijk kunnen we tickets krijgen, maar die zijn een stuk duurder; dat geld hebben we niet. Reischeques accepteren ze niet. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit zo terneergeslagen heb gevoeld en barst in tranen uit. Ik draai me om naar de receptionist. “Ik snap het niet. We zijn al weken in Iran. Overal wil iedereen helpen en delen maar nu we jullie nodig hebben, nu we jullie smeken om hulp, reageren jullie zo koud als steen.” Het enige wat ik ontvang is, ja, een gezicht zo koud als steen.
Een man stapt uit een kantoor. “Je moet naar huis, je vader is ziek,” zegt hij en begint instructies uit te delen. De mysterieuze medewerker heeft autoriteit. Medewerkers bellen hotels en vragen of ze reischeques accepteren. Het antwoord is nee. “Kom. We gaan naar het centrum om de cheques te wisselen bij een geldwisselaar,” zegt hij. Bij gebrek aan opties volgen we hem. Hij vraagt overal rond, maar het mag niet baten. Reischeques op straat verzilveren is illegaal en niemand die zijn handen eraan brandt. De klok tikt door. Over drie uur vertrekt het vliegtuig, zonder ons. Gedemoraliseerd loop ik achter de mannen aan. Plotseling draait de man zich naar mij om. Voor mij staat een engel.
“Ik betaal de tickets. Geef me de cheques als onderpand en jullie kunnen me terugbetalen wanneer jullie over twee weken terugkomen.” “Ja, graag. Dank u wel,” antwoord ik. Het ta’arof kan me voor één keer gestolen worden en ik realiseer me niet dat dit consequenties voor hem kan hebben. Wanneer we om half acht buiten staan en nog twee uur de tijd hebben om op het vliegveld te komen, kijken we elkaar stomverbaasd aan. Wat is hier nou eigenlijk gebeurd? Vierentwintig uur later omarmen we mijn ouders in Nederland.
Drie weken later zijn we terug in Iran. Bij Iran Air is onze geldschieter, meneer Ariafard, in gesprek met een Amerikaan, van wie we horen dat meneer Ariafard van twintig mensen geld heeft geleend om onze tickets te betalen! Ik ben de man tot m’n dood erkentelijk voor dit extreme gebaar van hulpvaardigheid. Onze dankbaarheid is in woorden niet uit te drukken dus dat doen we op z’n Hollands met bolhyacinten, klompen en andere cadeautjes die we uit Nederland hebben meegenomen.
Wat is jullie favoriete land en waar zouden jullie graag nog naartoe willen?
Geweest:
Nog naartoe:
Foto credit ©Coen Wubbels
En tot slot, waar kunnen we jullie overlanding avonturen het beste volgen?
Instagram.com/landcruising.adventure en Facebook.com/landcruising. Op onze website Landcruisingadventure.com vind je allerlei praktische info over overlanden, maar ook reisverhalen en onze boeken zijn via de website te bestellen.