Geld maakt niet per se gelukkig, maar persoonlijk vind ik geld niet iets ‘vies’. Met geld kun je namelijk ook hele mooie dingen doen. Van een tweede huisje kopen en het maken van een mooie wereldreis tot het bouwen van een toffe camper en het opbouwen van pensioen. Nu sparen al een tijdje niets meer oplevert is het interessant om naar alternatieven te kijken om wat met je geld te doen. Beleggen is dan een perfect middel om steeds meer financiële vrijheid voor jezelf te creëren. Maar wat is beleggen eigenlijk en voor wie is het?
Beleggen is een vorm van investeren waarbij je geld voor een bepaalde termijn vastzet met de verwachting dat die investering in de toekomst meer waard wordt. Beleggen brengt risico’s met zich mee – want niemand kan de toekomst voorspellen en dus kun je ook geld verliezen – maar het is wel iets anders dan gokken. Bij beleggen probeer met verzamelde informatie verschillende toekomstscenario’s te bedenken om vervolgens te kiezen voor het scenario waar jij het meest in gelooft. Je doet dus een voorspelling, maar wel eentje die ergens op gebaseerd is en niet op basis van goed geluk.
Waarom zou je beleggen en voor wie is het?
Beleggen is interessant voor iedereen die wat geld kan missen en die bereidt is om dat te investeren zodat het in de toekomst meer waard wordt. Als ondernemer kun je bijvoorbeeld beleggen om een pensioenpotje op te bouwen, maar ook als particulier is beleggen een mooi middel om toekomstige financiële doelen te behalen. Zo beleg ik zelf deels voor mijn pensioen (want ondernemer), maar ik beleg ook voor mooie doelen zoals een tiny-house recreatiewoning, een professionele cameraset en het aflossen van de hypotheek om steeds meer financiële vrijheid te creëren. Of dat allemaal gaat lukken valt nog te bezien, maar het zijn mooie toekomstdoelen om naartoe te werken met geld dat elders niets oplevert. Beleggen is dus voor iedereen die mooie toekomstdoelen heeft en meer financiële vrijheid wil creëren.
Sparen levert namelijk al een tijdje niets meer op en door inflatie wordt geld op de spaarrekening steeds minder waard. Het is voor iedereen goed om een buffer te hebben, maar voor het resterende bedrag is beleggen dus een interessantere optie dan sparen. Ik gebruik daarom geld dat overblijft na het in stand houden van onze buffer voor leuke dingen (ik leef immers nu), het aflossen van de hypotheek en voor beleggen. Zo laat ik het geld voor mij werken en is de kans groot dat ik er meer aan over hou als ik mijn beleggingen goed uitkies en voor lange termijn laat staan. Beleggen is namelijk vooral succesvol wanneer je voor de lange termijn gaat. De kans is dan groter dat je crisistijden doorkomt en je rendement rond het langjarige gemiddelde uitkomt. Afhankelijk van inleg, doelen en winst kan lange termijn een paar jaar zijn of tot aan je pensioen – wat jij wil – maar beleggen moet je niet doen met het idee om snel rijk te worden.
Wat is beleggen en hoe werkt het?
Een blogartikel is te kort om alles uit te leggen, maar in de basis is beleggen dus een vorm van investeren waarbij je verwacht er later meer geld mee te verdienen. Investeren kan natuurlijk in alles – in vastgoed of antieke kunst bijvoorbeeld – maar in dit artikel hebben we het specifiek over beleggen op de beurs. De meeste populaire beleggingen op de beurs zijn aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en ETF’s. Hieronder leg ik de vier verschillende opties kort voor je uit.
Aandelen
Om eigen vermogen op te bouwen in plaats van geld te lenen geven bedrijven aandelen uit op de beurs. Deze aandelen kun je per stuk kopen en daarmee word je een klein stukje eigenaar van het bedrijf. Je hebt dan recht op een deel van de winst. De prijs waartegen het aandeel wordt gekocht of verkocht is afhankelijk van de koers. Als beleggers winst verwachten zal de koers van het aandeel stijgen en als er verlies wordt verwacht zal de koers van het aandeel zakken. Je maakt dus winst als je het aandeel voor een hogere prijs weet te verkopen dan waarvoor je het ooit hebt gekocht.
Beleggen in aandelen is het meest populair op de beurs, maar ook het meest risicovol. Het kost tijd om je te verdiepen in het bedrijf waar je mogelijk aandelen van wilt kopen en je moet de boel in de gaten blijven houden zodat je snel kan reageren als er positief of juist heel slecht nieuws naar buiten komt. Dat risico kun je beperken door te spreiden over verschillende soorten bedrijven en aandelen voor de lange termijn vast te houden. Beleggen in aandelen levert op de lange termijn dan vaak het meeste rendement op.
Obligaties
Op de beurs kun je ook geld uitlenen aan bedrijven of overheden. Het totale geleende bedrag wordt opgedeeld in kleine stukjes die obligaties worden genoemd. In ruil voor het uitlenen van geld ontvang je rente (coupon), deze wordt meestal jaarlijks uitgekeerd. Hoe hoger de kredietwaarde van de uitgever, hoe lager doorgaans de couponrente. Zo kun je bijvoorbeeld geld uitlenen aan de Nederlandse Staat. De kans dat die failliet gaat is niet zo groot, je loopt dan minder risico maar ontvangt daardoor dus ook een lagere couponrente.
Bij het kopen van een obligatie wordt naast de rente ook de datum afgesproken waarop de lening wordt terugbetaald. In de tussentijd kun je overigens obligaties wel gewoon blijven kopen en verkopen. Je ontvangt dan de koers die op dat moment geldt. Obligaties zijn interessant wanneer je voor de lange termijn wilt gaan en het risico van beleggen in aandelen te hoog vindt of daarin meer wilt spreiden. In de praktijk presteren obligaties namelijk beter op het moment dat aandelen het juist minder goed doen. Obligaties worden daardoor niet per se gekocht om een hoog rendement te maken, maar om het totale beleggingsrisico van de portefeuille te verlagen.
Beleggingsfondsen
Bij een beleggingsfonds koop je een kant-en-klaar mandje met daarin verschillende beleggingen. Je investering wordt dan in één keer verdeeld over alle beleggingen in het mandje. Het voordeel daarvan is dat je met zo’n investering een mooie spreiding hebt waardoor je minder risico loopt. Vaak heeft een beleggingsfonds een specifiek thema, bijvoorbeeld duurzaamheid. Je kunt dus in één keer investeren in verschillende bedrijven die actief zijn met een thema dat jou aanspreekt.
De inhoud van een beleggingsfonds wordt bepaalt door een fondsmanager die op basis van zijn of haar expertise beslist met welke beleggingen je waarschijnlijk de meeste winst maakt. Dat gemak van minder zelf uitzoeken kost wel geld en heeft logischerwijs invloed op je rendement. Naast transactiekosten betaal je ook een paar procent per jaar voor de dienst van een beleggingsfonds. Je moet daarom best wat winst maken om er zelf ook nog wat aan over te houden, want zeker op de lange termijn kunnen die paar procent kosten elk jaar een grote invloed hebben op je totale rendement.
ETF’s
Een Exchange Traded Fund (ETF) is ook een mandje met daarin verschillende beleggingen, alleen de inhoud van een ETF wordt niet actief beheert door een fondsmanager maar is een kant-en-klaar mandje die een vaste index op de voet volgt. Een ETF is daardoor vrijwel gelijk aan een index of komt in ieder geval aardig in de buurt. Deze vorm van beleggen is daardoor vooral interessant voor wie net is begonnen met beleggen en daarmee niet te veel risico wil lopen. Uit diverse onderzoeken blijken ETF’s op de lange termijn aanzienlijk betere resultaten op te leveren dan beleggingsfondsen.
Het voordeel van een ETF (ook wel tracker genoemd) is dat je een mandje hebt met daarin verschillende beleggingen. Dat zorgt ervoor je met één investering een mooie spreiding hebt in verschillende bedrijven waardoor je minder risico loopt. Het risico wordt ook beperkt doordat een ETF niet de koers van een aandeel volgt, maar die van een hele index. Je rendement wordt dus bepaalt op basis van een gemiddelde van alle bedrijven in die index. Verder zijn de beheerkosten een stuk lager dan bij beleggingsfondsen, je hoeft immers alleen voor het mandje te betalen en niet voor de expertise en het actieve beheer van een fondsmanager.